Samen werken als één overheid

Met de komst van de Omgevingswet stellen we inwoners, ondernemers, andere overheden en diverse maatschappelijke organisaties steeds meer centraal. Door meer samen te werken, wordt het eenvoudiger om plannen te realiseren. Wat vinden onze samenwerkingspartners, de inwoners en initiatiefnemers belangrijk? Daar houden we rekening mee: we overleggen met al deze partijen.

Eenvoudiger en efficiënter

We bedenken samen slimme oplossingen, zodat het starten van een bouwproject of het ontwikkelen van een zonnepanelenveld eenvoudiger en efficiënter wordt. Lange procedures, vergunningaanvragen bij meerdere overheden, verschillende en soms ook tegenstrijdige regels en adviezen: dat moet allemaal verleden tijd worden met de nieuwe Omgevingswet en het nieuwe Omgevingsloket. Onze rol als provincie verandert. Hiervoor moeten wij onze manier van werken aanpassen.

De manier van werken aanpassen

De voorbereiding op de Omgevingswet betekent niet alleen het opstellen van de provinciale Omgevingsvisie en -verordening, maar ook op het aanpassen van onze manier van werken. Hoe doen we dat bij de provincie Utrecht? Denk aan:

  • Kennis delen, inzicht en bewustwording
    We stellen zo veel mogelijk kennis beschikbaar aan collega's: we geven workshops aan collega's, stellen een e-learningstool beschikbaar waarmee collega's zelf (online) hun kennis kunnen vergroten en we bieden inhoudelijke opleidingen aan. Maar ook organiseren we interne bijeenkomsten om onze collega's bij te praten en er is de jaarlijkse Omgevingswetdag die met ketenpartners, brandweer, gemeenten, waterschappen en omgevingsdiensten georganiseerd wordt.
  • Het wijzigen van werkprocessen
    Je ziet onze werkprocessen veranderen. We richten ons meer en meer op de gebruikers van de leefomgeving van onze provincie. We bieden bewoners, bedrijven en organisaties meer ruimte voor eigen initiatieven. Wij stellen steeds meer integraal beleid op, en minder sectoraal. Bij beleidsontwikkeling krijgen initiatiefnemers vroegtijdig mogelijkheden om mee te praten en -denken. Ook is er straks voor elk initiatief vaak nog maar één vergunning nodig en één bevoegd gezag en wordt sneller aangegeven of een initiatief kans van slagen heeft. We zoeken elkaar vroegtijdig op om af te stemmen zodat er minder tegenstrijdigheden zijn en we sneller keuzes kunnen maken. Dat past bij deze nieuwe manier van werken.
  • Leren door te doen
    We kunnen nú al aan de slag met de Omgevingswet. Dat doen we door te experimenteren. Binnen de provincie en ook samen met ketenpartners. We gaan van proberen en leren steeds meer naar toepassen. De Hoef is een experiment waarmee we net gestart zijn: een monofunctioneel kantorengebied in de gemeente Amersfoort. Bovendien zijn we begonnen met het PRIP (provinciaal initiatieven platform): een werkvorm van slechts 1 uur waarbij de provincie aangeeft of een concreet ruimtelijk vraagstuk (vanuit de provinciale belangen bekeken) haalbaar is of niet. We nodigen bijvoorbeeld de gemeente en andere belanghebbenden uit om het vraagstuk van meerdere kanten te kunnen belichten. Een ander voorbeeld van leren door te doen is de Omgevingstafel voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH).